Kennisgebrek over ouderverstoting veroorzaakt schadelijke gevolgen

OuderverstotingOudervervreemding
Leestijd: 7 minuten

Kinderen die één van hun ouders zonder aantoonbare reden afwijzen, blijken hun gedragingen te ‘delen’ met de verstotende ouder. Deze bevinding werd geïntroduceerd door Richard C Shwartz (Internal Family Systems Therapy).

Werken met dit concept in situaties waarin gezinnen in crisis verkeren houdt allereerst in dat men moet beseffen dat deze kinderen ook zichzelf afwijzen en wegcijferen. De reden hiervoor is dat zij zich richten op de ongebruikelijke dynamiek die zich bij een vecht- of ‘complexe’ scheiding voordoet. Een persoonlijkheidsstoornis [https://is.gd/USgIUv] of onopgeloste jeugdtrauma bij de ouder die dit op het kind projecteert, triggert een primitief afweermechanisme: het verlangen naar gerechtigheid. In sommige situaties heeft dit tot gevolg dat deze ideologie een fixatie wordt, zoals het onvermogen te erkennen dat kinderen recht hebben op relaties met alle belangrijke volwassenen in hun leven, indien dit veilig kan plaatsvinden. In andere situaties wordt de projectie een valse beschuldiging. In alle situaties raakt het kind verdeeld.

De focus op het kind richten (!) Niet op de ouders, zoals nu het geval in NL Het kind moet centraal staan in dit drama omdat het zich als eerste moet verdedigen tegen de ‘dubbele binding’ waarin het is terechtgekomen: het is zich ervan bewust dat het niet langer OK is om van beide ouders te houden. De splitsing van de Ego, wat we vaak zien bij deze kinderen, is een verdedigingsmechanisme wat hen beschermt tegen deze dissociatie die het kind in staat stelt om ‘gewoon’ door te kunnen gaan. Het probleem hierbij is dat dit ‘doorgaan’ als een normale strategie wordt ervaren, terwijl het tegelijk een reeks acties en reacties veroorzaakt die het gezin zó erg in verwarring brengt dat deskundige hulp noodzakelijk wordt. De acties en reacties kunnen alleen worden ontrafeld als we de beleving van het kind proberen te begrijpen.

De beleving van het kind. Een kind dat druk binnen het gezin ervaart is erg kwetsbaar voor de onveilige hechting met de ouder die zichzelf niet onder controle heeft. Het begint last te krijgen van angst, waarbij gewone dingen moeilijk worden. School wordt een probleem, omgaan met vriendschappen of verhuizen van het ene naar het andere huishouden…alles wordt een probleem.

Wanneer het kind onzekerheden over de gehechtheid begint te vertonen, zoals verlatingsangst, onmacht, woede uitbarstingen en soms zelfbeschadigend gedrag vertoont, worstelt het om een uitweg te vinden uit de dubbele bindingssituatie waarin het zich bevindt. Dit is de manier waarop kinderen proberen om door te gaan met het normale leven.

Waar het mis gaat is dat ouders elkaar de schuld gaan geven. De toxische ouder heeft geen inzicht in het eigen gedrag, terwijl de afgewezen ouder het kind niet kan helpen, maar weet dat er iets heel erg mis is. De directe reactie op het gemanipuleer en leugens die over de andere ouder worden verteld brengt het kind in een steeds moeilijk wordende situatie. Tegen de tijd dat het onduidelijk is wat er binnen het gezin gebeurde, komt de jeugdzorg in beeld, vaak met ingrepen die de zaken verergert (bron: K.Woodall).

Kinderen die deze druk na een scheiding ondergaan zijn kwetsbaar voor gedragsveranderingen. Aanpassingen veranderen de loop van hun levenskansen. De hechting-problematiek speelt voor de meeste kinderen tussen het 8e en 15e levensjaar, waarbij ze hard worden getroffen in hun sociale, emotionele en psychologische ontwikkeling. Tijdens deze fase is ook een enorme spurt in neurologische ontwikkeling van belang, wat inhoudt dat gedragsafwijkingen optreden in een periode waarin de ontwikkeling van de hersenen sterk wordt beïnvloedt.

Terwijl de prefrontale cortex, nodig voor gezonde besluitvorming, volledig wordt ontwikkeld, blijkt het onmogelijk om vast te stellen of de reactie voor de afwijzing een gevolg zijn van verschuivingen in de hersenontwikkeling. Wel is het mogelijk om de redenen te begrijpen voor deze unieke etiologie: de oorzaak voor het kind om een ouder af te stoten. In Engeland doet men dit door een longitudinale observatie, FSC genaamd. Hierover later meer.

Sommige kinderen kunnen bijvoorbeeld erg zelfbewust worden, anderen weer reageren overdreven op relationele problemen. Beide zijn een gevolg van de manier waarop de amygdala haar werk doet (het onderdeel van de hersenen dat zich bezighoudt met emoties, impulsen, agressie en instinctief gedrag).

Risico’s wanner er geen interventie plaatsvindt. Het grootste risico wanneer er geen interventie plaatsvindt in gevallen waarbij kinderen zonder reden een van de ouders afwijzen is splitsing: de hechtingsrelatie is verstoord waarbij de geliefde ouder wordt weggeduwd om de andere ouder te faciliteren. Hoewel dit het onmiddellijke dilemma voor het kind oplost, veroorzaakt het ook verlies van het geïntegreerde zelf-gevoel, de personaliteit. Dit geeft na verloop van tijd problemen in termen van zelfbewustzijn, eigenwaarde, zelfvertrouwen en het vermogen om met andere mensen om te gaan. Het gebrek aan een gezonde relationele ontwikkeling geeft ook risico’s, zoals het vervreemden van andere dierbaren.

Daarbij zorgt het er ook voor dat kinderen overtuigd zijn dat relaties van tijdelijke aard zijn, waardoor ze moeten ‘dienen’ voordat ze zelf liefde en steun ontvangen. Dit plaatst kinderen in een categorie met hoog risico om op latere leeftijd door anderen te worden gecontroleerd en aan behoeften van anderen te voldoen. Sommige van deze kinderen begrijpen niet wat gezonde emotionele en psychologische behoeften zijn omdat ze zijn opgegroeid met de behoeften van de ouder die het kind controleert; de coercive ouder die manipuleert of het kind anderszins gebruikt voor persoonlijk gewin.

Deze zaken gaan over de geestelijke gezondheid van kinderen welke altijd als zodanig beoordeeld dient te worden. Een kind dat sterk aansluit bij de ene ouder en de andere afwijst, vooral als dat gepaard gaat met minachting en valse beschuldigingen, is een kind dat een onmogelijke situatie probeert te beheersen. Het kind loopt hierdoor grote schade op. De rode vlag is de afstemming met de controlerende ouder + afwijzing van de afwezige ouder. Wat nodig is bij het werken met dergelijke casussen is een langdurige observatie van het familiesysteem waarin alle aspecten van de dynamiek onder de loep worden genomen, getest en beoordeeld, iets wat in Nederland zelden plaatsvindt.

Wanneer de volledige dynamiek van het gezinssysteem en diagnosticeerbare aandoeningen, zoals ook een eventuele persoonlijkheidsstoornis bij ouders, niet worden meegenomen bij besluitvorming m.b.t. omgangs- en gezagskwesties, blijven aannames onvoldoende onderbouwd, in feite onwettig en schadelijk voor het kind.

Sommige beïnvloedende (coervive) ouders zullen zich vanaf het begin van zo’n observatie-interventie op hun best gedragen, maar de meesten kunnen dat geen lange periode volhouden. De ervaring leert dat deze ouder mediation of contactherstel zal saboteren door te veinzen dat deze alles “in het belang van het kind” doet en beweert dat het kind contactherstel weigert. Mijn eigen ervaring is dat zelfs zeer ervaren mediators geen zicht kregen op alle gemanipuleer, waardoor de rechtspraak in Nederland soms onbegrijpelijk en voor het kind onevenwichtige of schadelijke uitspraken deden. Gebrek aan inzicht in de dynamiek en totstandkoming van ouderverstoting wordt tot op heden door veel rechters gebagatelliseerd of genegeerd. Dat is mede oorzaak dat kinderen na gezagsprocedures in veel gevallen één van hun ouders voor de rest van hun leven moet missen.

Bij het FSC in Engeland worden gezinnen waar kinderen een ouder afwijzen, in tegenstelling tot de hulpverlening in Nederland, gedurende een jaar of langer geobserveerd en wordt er samengewerkt om vastgeroest gedrag te veranderen. Waar mogelijk worden nieuwe therapeutische opvoedingsvaardigheden toegevoegd en waar sprake is van tegenwerking door een ouder kan dit direct worden rechtgezet vóórdat gezagskwesties in de rechtszaal terecht komen. Het is niet zozeer de vraag of dit laatste broodnodig is, eerder wanneer de jeugdzorg in Nederland adequaat reageert bij oudervervreemding/verstoting.

Behandeling kan alleen plaatsvinden als het kind de afgewezen ouder opnieuw kan ontmoeten in een veilige omgeving waarbij de (gehechtheids-)relatie opnieuw kan worden geactiveerd. Hoewel sommige ouders bij een kind moeten worden weggehouden vanwege gebrek aan inzicht of onvermogen om hun gedrag te veranderen, kan het integreren van de verstoten ouder door de splitsing in de geest van het kind alleen plaatsvinden in een alledaagse omgeving zoals een wandeling in aanwezigheid de afgewezen ouder.

Opnieuw omgaan met de afgewezen ouder is voor het kind enorm moeilijk. Kinderen hebben een relationeel trauma te verwerken wat niet door hen is veroorzaakt. Wat hieraan vooraf moet gaan is het bouwen van een veilige omgeving met de ouder die wordt afgewezen. Ver weg van de ouder met wie ze ooit op één lijn zaten. Zo’n veilige container werd in Engeland en Wales gebouwd met hulp van het hoogste gerechtshof in samenwerking met maatschappelijk werkers die ervaren zijn in het begrijpen van emotioneel en psychologisch misbruik van kinderen.

De moeilijke rol die beide ouders kunnen spelen bij het helpen van het kind om volledig te genezen is uiterst belangrijk. Vervreemde kinderen die zulke ouders hebben zijn in staat om snel en volledig te herstellen, waardoor ze weer volledig gezond worden en herstellen van de traumatische splitsing die ze hebben moeten doorstaan. Ouders die dit proces tegenwerken zouden in het strafrecht moeten worden vervolgd.

Bron: Karen Woodall’s: https://is.gd/OonlNg

Prof. E. Stark: Coercive Control & Children: https://is.gd/6vvZyN

Parental Alienation Awareness: https://is.gd/Ed19Yt